Toneelmeesters, of hoofdinspiciënten, dirigeren alles wat in de coulissen gebeurt. Zij coördineren wat er gebeurt tijdens repetities en voorstellingen. Machinisten, zangers, kleedsters, accessoiristen, de dirigent en de zaalverantwoordelijke staan allemaal voortdurend in contact met de toneelregie.
De rol van de hoofdinspiciënt? Het artistieke met het technische coördineren.T.D., hoofdinspiciënt
Backstage zijn ze vaak met z’n drieën. De hoofdinspiciënt geeft het sein en spreekt in de microfoon. Zo kan zij of hij de artiesten uit de kleedkamers oproepen, communiceren met de dirigent en het sein geven voor technische manoeuvres. De toneelmeester volgt de regie op de voet en beheert het opkomen van de artiesten op de scène, terwijl de productieregisseur zorgt voor de algemene coördinatie.
Gaan dingen soms niet zoals gepland of ingeoefend werd? Ja, want opera is bovenal een levende kunst.
We hebben altijd een plan B achter de hand!T.D., hoofdinspiciënt
Het is de generale. De teams staan klaar om Frankenstein nog een laatste keer te repeteren voor de première.
De gids voor de regie? Een draaiboek dat in de loop van de repetities gestalte heeft gekregen. Alles is uiterst precies getimed.
De signalen voor MANOEUVRES zijn bestemd voor de machinisten. De signalen voor “SON“ en “EFFET“ betreffen aanwijzingen voor geluid, licht en videoprojecties.
Deze aanwijzingen worden allemaal gespecificeerd in een partituur die de toneelinspiciënt eerst samenstelt en dan zorgvuldig opvolgt.
Achter de schermen is de pauze korter dan voor het publiek. Het komt erop aan alles klaar te krijgen voor het vervolg van de voorstelling.
“Les services“ = de dienstlichten die tijdens de pauze in de coulissen worden ingeschakeld, gaat uit tijdens de voorstelling. Ze worden dan vervangen door minder opvallende blauwe waaklichten.
De toneelinspiciënt staat ook in voor het oproepen van de artiesten op het toneel. Hier wordt Topi Lehtipuu, de tenor die het monster in Frankenstein speelt, na de pauze weer op het toneel verwacht.
De communicatie met de orkestregie die verantwoordelijk is voor de orkestbak en de muzikanten is van fundamenteel belang.
Het orkest is gestemd…
Het signaal is gegeven.
De dirigent komt de orkestbak in.
Het publiek applaudisseert.
De voorstelling wordt hervat.
De dirigent is nu de baas over de muziek en dus over de timing. Een groen licht vertelt hem dat alles klaar is om van start te gaan. Als er een probleem is op het toneel, wordt hij gewaarschuwd door een rood licht.
Bij de regie ziet de toneelinspiciënt op een videoscherm de dirigent in de orkestbak en volgt diens muzikale aanwijzingen.
De toneelrekwisiteurs zijn verantwoordelijk voor de speciale effecten. In overleg met de decorontwerper en/of de regisseur worden inventieve oplossingen gezocht om de veiligheid te garanderen en de gewenste effecten mogelijk te maken.
Het vuur wordt aangestoken met behulp van een gasinstallatie onder het podium.
De inspiciënten moeten ook de veiligheid zeer goed in het oog houden, vooral wanneer de zangers op bewegende elementen staan. Alles wordt voortdurend gecontroleerd en bewaakt.
Om de sneeuw gelijkmatig te laten vallen, worden twee zakken sneeuw aan twee stangen boven het toneel gehangen. Ze zijn door de trekkenwand-operatoren geprogrammeerd om tegen elkaar te botsen.
Er worden ook lichteffecten ingezet, die helpen om het best mogelijke visuele effect te bereiken.
Wanneer de voorstelling afgelopen is, geldt dat nog niet voor het werk van de regie! Voordat het doek valt, moeten er nog verscheidene signalen worden gegeven…
Op het toneel maakt men zich klaar voor de buigingen.
“Groen licht – côté jardin” / “groen licht – côté cour”
COUR = links, gezien vanaf het podium / JARDIN = rechts, gezien vanaf het podium.
Het centrale deksel wordt bevestigd en klaargemaakt om te worden opgehaald, zodat het plaats kan bieden aan het koor om dat te laten groeten.
De buigingen worden gerepeteerd, en in de coulissen geregeld en aangegeven door de toneelmeesters.