Naast het Schoenmakersatelier bevindt zich een reserve van enkele duizenden paren schoenen. Ze zijn geordend volgens type, kleur of periode.
Net als de Niet-repertoirereserve is deze opslag er eentje van schoenen die zogezegd “buiten gebruik” zijn gesteld. We gebruiken ze dus niet meer voor hun oorspronkelijke rol, maar ze kunnen wel nog in nieuwe producties opduiken. Schoenen die voorbehouden zijn voor producties die kunnen worden hernomen, worden samen met alle kostuums van die productie bewaard in de reserve op de 7de verdieping.
Het aantal gemaakte schoenen varieert van productie tot productie. Doorgaans wordt geprobeerd om alleen schoenen te maken voor de solisten. Voor het koor zijn hele reeksen schoeisel op maat gemaakt die regelmatig worden hergebruikt.
In deze reserve worden ook alle kleine lederen kostuumartikelen (ceinturen, tassen in alle soorten en maten…) bewaard die in het Schoenenatelier zijn gemaakt.
Hoewel steeds meer producties moderne kostuums gebruiken, zijn historische schoenen in de opera nog steeds onmisbaar.
De historische dimensie is van fundamenteel belang in wat wij doen; dat fascineert me enorm. Door de eeuwen heen heeft schoeisel symbool gestaan voor macht, rijkdom en het behoren tot een maatschappelijke klasse. In de tijd van Lodewijk XIV, bijvoorbeeld, mocht alleen de adel op hoge rode hakken lopen. Bruin was dan weer voorbehouden aan de Zonnekoning. Bovendien bestonden er toen nog geen linker- en rechterschoenen. Beide waren identiek, wat erg ongemakkelijk was.
P.v.D., schoenmaakster
Deze reserve weerspiegelt de diversiteit van de artistieke werelden die door de kostuumontwerpers worden gecreëerd: van hoge hakken tot gevleugelde laarzen, via fantastische schoenen in de vorm van dierenpoten…